1935-2014
Prof. dr. ir. Ivan Impens werd op 15 augustus 1935 in Melle geboren en voltooide de middelbare school in het Koninklijk Atheneum in Gent (1947-1953). Vervolgens studeerde hij aan de Faculteit Landbouwwetenschappen van de Rijksuniversiteit Gent waar hij in 1958 het diploma van landbouwkundig ingenieur, richting Waters en Bossen behaalde. Na zijn universitaire studie vervulde hij zijn militaire dienstplicht (1958-1959) als reserveofficier bij de Genie.

Begin 1960 trok hij naar het toenmalige Belgisch Congo waar hij werd aangesteld als wetenschappelijk medewerker aan het Institut National pour l’Etude Agronomique du Congo Belge (INEAC) in Yangambi. Tijdens de turbulente onafhankelijkheidsstrijd in het najaar van datzelfde jaar moest hij samen met vele anderen Congo ontvluchten en keerde hij terug naar België. Hij vervolgde zijn academische loopbaan als assistent aan de Rijksuniversiteit Gent. In 1965 promoveerde hij tot doctor in de Landbouwkundige Wetenschappen met een proefschrift over de fysische en biologische controle van de verdamping van gewassen. In zijn doctoraal onderzoek bestudeerde hij de fysische aspecten en fysiologische mechanismen van de uitwisseling van water en gassen tussen planten en de atmosfeer zowel op blad- als op bestandsniveau. Na een postdoctoraal onderzoeksverblijf aan Cornell University in Ithaca, New York (USA) van 1965-1966 keerde hij als werkleider terug naar de Rijksuniversiteit Gent. In 1973 maakte hij de overstap naar de pas opgerichte Universitaire Instelling Antwerpen (UIA) waar hij als docent mee aan de wieg stond van het departement Biologie dat één jaar na de oprichting van de UIA ontstond.
Vreemde eend in de bijt
In het jonge departement was hij een vreemde eend in de bijt. Hoewel hij in tegenstelling tot de andere pioniers geen bioloog en evenmin een Antwerpenaar was, zette hij voluit zijn schouders onder het departement. Trots op zijn afkomst bleef hij steeds in Melle wonen. Als verantwoordelijke voor het onderdeel Ecologie gaf hij het departement en de biologie-opleiding mee vorm, en in 1977 was hij de oprichter-coördinator van het derdecyclusprogramma Terrestrische Ecologie. Een jaar na zijn transfer van Gent naar Antwerpen richtte hij het Laboratorium voor Plantenecologie op. Van docent groeide hij door tot hoogleraar en gewoon hoogleraar in 1985. In 1977 werd hij ondervoorzitter en in 1981 voorzitter van het departement Biologie. Onder zijn voorzitterschap werd het departementaal budget gerationaliseerd en werden de eerste gemeenschappelijke departementsvergaderingen van de UIA- en RUCA-fracties gehouden; daarmee was het departement Biologie een van de eerste binnen de toenmalige UIA. In oktober 2000 ging hij na een loopbaan van 27 jaar aan de Universiteit Antwerpen op emeritaat. Naar aanleiding van zijn emeritaat werd een colloquium georganiseerd om 25 jaar ecologisch onderzoek te vieren (referentie 2).
De onderwijsopdracht van Ivan Impens binnen de opleiding Biologie omvatte de opleidingsonderdelen algemene ecologie, planten- en vegetatie-ecologie, plantenbiogeografie, en systeemecologie. Voor de verschillende generaties biologiestudenten waren zijn colleges een uitdagende afwisseling. Hij bekeek de biologie, het milieu en de ecologie met een fysische ingenieursbril en legde nieuwe klemtonen op de kwantificering van energiebalansen, op fysische en mathematische wetmatigheden. Die vormden een boeiende aanvulling bij een aantal meer beschrijvende biologische opleidingsonderdelen. Hij daagde zijn studenten uit om uit te munten, te verkennen, te onderzoeken, creatief te zijn en buiten de eigen discipline te kijken.
Onderzoek van ecosystemen
Zijn persoonlijke onderzoeksdiscipline kan omschreven worden als plantenecologie, omgevingsfysica en omgevingsfysiologie. De resultaten van zijn wetenschappelijk onderzoek werden tussen 1961-2000 in 120 publicaties in een waaier van toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften gerapporteerd (2300 citaties en H-index van 23). Hij is ook coauteur van twee boeken. Zijn publicaties zijn illustratief voor de ambitie om diverse ecosystemen te bestuderen, van arctische over gematigde tot subtropische systemen. De diversiteit van de tijdschriften illustreert dan weer de grote verscheidenheid aan onderzoeksprojecten die hij leidde en onderzoekstopics die hij inspireerde alsook zijn bekwaamheid en ambitie om toegepast onderzoek te combineren met een conceptuele benadering. Het belang van wetenschappelijke communicatie en de principes van peer-evaluatie werden door hem steeds met vuur verdedigd. Met zijn open geest en als eminent wetenschapper in het domein van de terrestrische ecologie was hij een inspirerende mentor voor jonge onderzoekers.
Hij was promotor van diverse onderzoeksprojecten van het Fonds voor Kollektief Onderzoek (FKFO) van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), van de NATO, van de Europese Commissie, … Zijn pleidooi voor een multiscalaire en cross-disciplinaire aanpak maakte hem tot een pionier bij de verkenning van nieuwe onderzoeksterreinen. In het buitenland heeft hij zich aan de hand van projecten en via adviserende commissies ingelaten met ontwikkelingssamenwerking en daarbij kwam zijn tropenervaring uit Belgisch-Congo goed van pas. Hij was gedurende verschillende jaren adviseur voor het Rubber Research Institute in Maleisië, consulent bij de Water Research Commission in Zuid-Afrika en bij de International Foundation of Science (Zweden), lid van werkgroepen van de International Union of Forestry Research Organisations (IUFRO) en expert voor het UNESCO Intergovernmental Panel on Climate Change. In het binnenland was hij lid van verschillende wetenschappelijke commissies van het voormalige Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in de Landbouw (IWONL), van de Vlaamse Bosbouwvereniging, van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging en van de stuurgroep van het Studiecentrum voor Openbaar Groen.
Zonder twijfel was zijn grootste verdienste de oprichting en de gestage uitbouw van het Laboratorium voor Plantenecologie – later herdoopt tot de onderzoeksgroep Planten en Ecosystemen (PLECO) –, een dynamische eenheid die uitgroeide tot het Onderzoeksexcellentiecentrum Global Change Ecology. De kiemen van dit huidige excellentiecentrum werden door Ivan Impens reeds gelegd in de jaren ’70 en ’80 met de eerste studies in Europa naar het fenomeen global change en hernieuwbare energie als deel van de oplossing. Hij leidde de onderzoeksgroep van 1974 tot aan zijn emeritaat in 2000. Hij heeft de onderzoeksgroep begeesterd, vorm gegeven en naar successen geleid. Sinds de oprichting bleef de groep continu groeien, zowel in getalsterkte als in internationale uitstraling. Het excellentiecentrum is vandaag nog steeds een internationale referentie voor terrestrische ecologie. Hij was trots dat de groep tot de wereldtop in het vakgebied behoort en betrokken is in alle grote internationale onderzoekprojecten en netwerken.
Visionaire coach
Op wetenschappelijk gebied was hij de visionaire coach die zijn medewerkers vrij liet om alles zelf te ontdekken en die toonde wat je kan bereiken door out-of-the-box te denken (referentie 1). De waarden waarvoor hij stond: proactiviteit, creativiteit en mobiliteit zijn heden ten dage gemeengoed geworden. Zijn belangrijkste leidmotief als leider was: ‘De leerling moet beter worden dan zijn leermeester’. ‘Want,’ zo voegde hij er aan toe, ‘alleen zo kunnen de wetenschap en onze wereld erop vooruit gaan’. Hij was een inspirerend diensthoofd met een open geest, maar met een zekere gereserveerdheid, die zijn personeel door dik en dun verdedigde, iemand die de loopbaan van zijn medewerkers behartigde en vooruit stuwde. Hij was een minzame mentor met een droge humor, iemand die zijn naaste medewerkers zijn volledig en blindelings vertrouwen schonk. Vooraleer het begrip teambuilding bestond, nam hij het initiatief tot een aantal sociale activiteiten en uitstappen met de onderzoeksgroep. ‘Buiten de gebaande paden denken’ – vandaag een populair paradigma in management – was reeds een gangbare praktijk in de jaren tachtig in de PLECO-onderzoekseenheid. Na zijn emeritaat nam hij bewust afstand van de universiteit en van het academische milieu maar vanuit Melle bleef hij zijn onderzoeksgroep volgen.
Hij was een baanbrekend grondlegger, een begeesterende inspirator, een wijs man en een oprecht mens. Ivan Impens was Commandeur in de Kroonorde, Officier in de Leopoldsorde en reserveofficier bij de Genie. Hij overleed in de Sint-Jozefkliniek in Gentbrugge op 21 maart 2014. Hij liet naast zijn tweede echtgenote vier kinderen en verschillende kleinkinderen achter.
em. prof. dr. Reinhart Ceulemans, FWET, UAntwerpen
1 juli 2024
Referenties:
(1) J. Bogaert, I. Nijs & R. Ceulemans. 2014. Obituary Ivan Impens (1935-2014). Poor is the disciple who does not surpass his master. Tropicultura 32, 110-111.
(2) R. Ceulemans, J. Bogaert, G. Deckmyn & I. Nijs (eds.) 2000. Topics in ecology: Structure and function in plants and ecosystems. University of Antwerp, Wilrijk, Belgium. 329 pp.