1923-1997

Hugo Janssens is geboren in Borgerhout op 20 februari 1923. Reeds zeer jong bleek hij meer dan gemiddeld begaafd. Na schitterende middelbare studies schreef hij zich in aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij, ondanks de moeilijke oorlogsomstandigheden tijdens de kandidaturen, reeds in 1947 op 24-jarige leeftijd het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde behaalde.
Hij vestigde zich daarna als huisarts in zijn geboorteplaats, waar hij een bloeiende praktijk opbouwde. Reeds als jonge huisarts was hij geëngageerd in het onderwijs, want van 1947 tot 1969, was hij lesgever Anatomie – Fysiologie aan het Hoger Instituut Verpleegkunde Sint-Berlindis, de voorloper van de Karel de Grote Hogeschool, in Antwerpen. Hij zag de verpleegkundigen niet aan als ondergeschikten maar als medewerkers van de artsen. Als adviseur van het Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen heeft hij die visie helpen realiseren in de praktijk.
Hugo Janssens had een gedegen medische kennis en vaardigheid, naast een zeer ruime kijk op en grote empathie met zijn patiënten. Het was een holistische huisartsenpraktijk avant la lettre. Hij mag wellicht de belangrijkste ‘huisarts’ van de naoorlogse periode genoemd worden.
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen
In 1963 was Hugo Janssens dan ook één van de oprichters van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH; opvolger Domus Medica), waarvan hij ook voorzitter was van 1969 tot 1972. In 1969 beleefden de Vlaamse huisartsen nog de naweeën van de artsenstaking van 1964. Tijdens die staking had Hugo Janssens duidelijk zijn afkeur voor deze onzinnige actie laten blijken en met de WVVH positie genomen. Onder zijn voorzitterschap werd de WVVH uitgebouwd als een orgaan van en voor de Vlaamse huisarts dat ook aan het beleid zijn stem kon laten horen. Tijdens zijn voorzitterschap benadrukte hij ook het belang van wetenschappelijk onderzoek. Hij vond dit een taak voor de WVVH, want beleidsbeslissingen moesten steunen op onderzoek. De latere oprichting van het Vlaams Huisartsen Instituut was het gevolg daarvan. Op 3 oktober 1970 werd een nationaal colloquium gehouden onder de titel ’Huisarts 1970’, dat vertrok vanuit het gelijknamige en wetenschappelijk onderbouwd basisrapport. Hugo Janssens leverde hier een belangrijke bijdrage aan, want hij was ook een man met visie. Voor hem moesten de opleiding en de praktijkvoering van de huisarts herdacht worden. Hugo Janssens was een huisarts op de kentering der tijden, ‘a man for all seasons’, zoals wijlen prof. Rob Clara hem betitelde in het liber amicorum.
Geïnspireerd door Balint’s boek “The doctor, his patient and his illness”, stichtte hij in 1966 ook de eerste Balint-groep in België. Meer dan zes jaar lang kwam deze groep om de twee weken samen om te spreken over de problemen van patiënten en artsen in hun relatie tot ziekte en gezondheid, leven en dood. Binnen de WVVH richtte hij de commissie Psychosociale problematiek op, die vanaf dan jaarlijks een Medisch-Psychologisch Weekend organiseerde tot het einde van vorige eeuw.
Huisartsgeneeskunde aan de Universiteit
Bij de oprichting van de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA) in 1969, werd Hugo Janssens aangezocht door de directeur van het Instituut Tropische Geneeskunde, professor dr. Pieter Janssens, om zich voor te bereiden om aan deze nieuwe universiteit huisartsgeneeskunde te doceren. Huisartsgeneeskunde zou immers een belangrijke pijler van de geneeskundeopleiding worden. Hugo Janssens verzamelde toen rond zich een tiental huisartsen, waarmee hij enthousiast en doorgedreven werkte aan eigen bijscholing, onder meer rond genetica, en vorming rond onderwijsmethoden en didactiek.
In 1972 werd hij aangesteld als deeltijds docent in de huisartsgeneeskunde. Deeltijds, omdat hij overtuigd was dat hij alleen als huisarts-in-het-veld goede huisartsgeneeskunde kon blijven doorgeven. In zijn kandidaatstelling vroeg hij niet als professor, maar als ‘staflid van de afdeling huisartsgeneeskunde’ aangesteld te worden. Hij was ervan overtuigd dat één persoon niet alle academische taken in de huisartsgeneeskunde kon opnemen. In groep werken was voor een hem een basisfilosofie en dus wist hij zich vrij vlug te omringen met ‘zijn’ groep huisartsen. Daarmee bouwde hij met zijn blijvend enthousiasme het Centrum Huisartsgeneeskunde van de UIA (CHA) uit tot een uitstekend opleidingscentrum tot huisarts in Vlaanderen. In 1974 deed zich toch de noodzaak van voltijds docentschap voelen. Hij bouwde vanaf dan geleidelijk zijn huisartspraktijk af.
In januari 1977 startte hij een Universitaire Groepspraktijk in Borgerhout (met vijf huisartsen waarvan één voor bijzondere zorg voor gastarbeiders, één verpleegkundige, één maatschappelijk werker, één psychologe en twee receptionisten). Dit stond model voor een toekomstgerichte, multidisciplinaire eerstelijnspraktijk. Studenten deden er kortdurende stages bij verschillende huisartsenbegeleiders en leerden er het nieuwe gezicht van de huisartsgeneeskunde kennen.
Van 1979 tot zijn emeritaat in 1988 was hij voltijds hoogleraar. Als hoogleraar zag hij in de basisopties waarop de UIA stoelde, slechts het verlengde van wat hij tot dan toe steeds had betracht: geïntegreerd onderwijs, wetenschappelijk onderzoek met praktijkinbreng, hoogstaande patiëntenzorg en maatschappelijk dienstbetoon. Ondanks al deze taken slaagde hij erin als co-auteur zeven boeken over huisartsgeneeskunde uit te geven. Hij was vaak organisator of voorzitter van wetenschappelijke symposia en congressen in binnen- en buitenland, waarop hij ook steeds een eigen bijdrage bracht. Zo organiseerde Hugo Janssens in 1970 in Brussel het eersteEuropean Conference on Teaching General Practice. Maar er was ook intens contact met de hoogleraren huisartsgeneeskunde in Nederland via de jaarlijkse interstavendagen.
Zijn leeropdracht omvatte naast de huisartsgeneeskunde ook de medische deontologie, geschiedenis en kritiek van medisch denken, filosofie en actuele geneeskunde, culturele antropologie, seksuologie, geriatrie en vaardigheidstraining. Steeds werkte hij grensverleggend en liefst in samenwerking met anderen in de faculteit, ook interfacultair, binnen en buiten de eigen universiteit, in Vlaanderen maar ook in Nederland. Onder zijn leiding werden nieuwe onderwijsvormen uitgewerkt, zoals de wekelijkse case-clinics die zelfs zonder verplichting volle zalen studenten trokken. Samen met prof. Leo Bossaert heeft hij het vaardighedenlab opgericht, in navolging van het skillslab in Maastricht. Ook had hij aandacht voor het communicatieonderwijs en voor de verdere opleiding tot huisarts. Binnen de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) was hij vanaf 1980 een actief lid van de stuurgroep Opleidingscontinuüm van Huisartsen, opgericht door wijlen ere-rector professor Rob Clara. Deze stuurgroep lag aan de basis van een grondige hervorming van de beroepsopleiding van huisartsen. In 1986 maakte deze stuurgroep een grondige studie en analyse van het medische basiscurriculum, wat aanzet was tot herziening van de medische curricula aan alle Vlaamse universiteiten.
In 1984 richtte hij samen met zijn collega-professoren huisartsgeneeskunde aan de andere Vlaamse universiteiten het Interuniversitair Centrum voor Huisartsopleiding (ICHO) op. Deze voor velen verrassende keuze voor een interuniversitair opleidingsinitiatief was visionair. Het betekende meteen de start van een sterk uitgebouwde academische (beroeps)opleiding tot huisarts, die ook later werd omgevormd tot een driejarige master-na-masteropleiding Huisartsgeneeskunde.
Socio-culturele impact van de huisarts
De veelzijdigheid van Hugo Janssens uitte zich ook op het culturele vlak. Aan talrijke jonge kunstenaars gaf hij via het sociaal programma van door hem georganiseerde congressen de kans op te treden voor een Vlaams elitepubliek. Meerderen van hen bereikten later internationale podia.
Prof. Hugo Janssens was lid van talrijke werkgroepen en raadgevende gremia, onder meer in de Hoge Raad voor Geneesheren-specialisten en voor Huisartsen, de stuurgroep Gezondheidszorg binnen de Koning Boudewijnstichting, de Nationale Raad Wit-Gele Kruis van België en de studiegroep vanuit het ministerie van Sociale Zeken voor de ’Regionalisering van de gezondheidszorg’.
Ook de media vonden de weg naar Hugo Janssens als vertegenwoordiger van een moderne huisartsgeneeskunde en als man uit het veld die met autoriteit de psychologische aspecten van ziekte en gezondheid, van de arts-patiëntrelatie en van gezinsgerichte geneeskunde kon verwoorden. Hij trad op in televisieprogramma’s van de toenmalige BRT met Paula Semer als moderator, als de huisarts die oog had voor de vele aspecten van de arts-patiëntrelatie. Vele studenten kwamen in Antwerpen studeren voor zijn charisma. Hij was steeds op zoek naar jong talent. Zijn studenten die hij allen persoonlijk kende, wisten dit maar al te goed: deze prof kon luisteren en ze konden bij hem terecht met al hun problemen, die hij zo mogelijk, ook trachtte op te lossen. Hij kon bovendien niet alleen luisteren, maar vooral doen inzien wat er in het leven van zijn patiënten en van ons allen aan het gebeuren was. Hij slaagde erin met een gevatte uitspraak nieuw licht te werpen op een schijnbaar onontwarbaar kluwen.
Door zijn collega-academici werd hij alom geacht. Zijn grenzeloos enthousiasme en zijn maatschappelijke inzet wekten opnieuw respect op voor de huisartsgeneeskunde. Het onderwijs in de huisartsgeneeskunde aan de Universiteit Antwerpen werd onder zijn leiding een waar succesverhaal.
Afscheid
In de laatste twee jaar zette hij zijn activiteit als huisarts volledig stop om zo zijn krachten volledig aan het CHA te kunnen wijden, en het voor de toekomst veilig te stellen.
Op 1 oktober1988 ging hij met emeritaat. Bij het einde van zijn loopbaan was zijn gezondheidstoestand zichtbaar aangetast en werd hij snel nadien afhankelijk van de zorg van derden. Gedurende meer dan acht jaar werd hij verzorgd, gesteund en begeleid door zijn echtgenote en kinderen. Op 26 april 1997 overleed hij te Essen.
Wat professor Hugo Janssens voor de huisartsgeneeskunde aan de UIA en in Vlaanderen heeft gerealiseerd, is enorm.
Bronnen
- Afscheidscollege prof. dr. H. Janssens, 13 maart 1989
- In Memoriam Hugo Janssens. Scoop Nieuws WVVH Juni 1997, Jaargang 5 nr 5
- 40 jaar Academische Huisartsgeneeskunde in Antwerpen. University Press Antwerp 2012 ISBN 978 90 5718 218 1
em. prof. dr. Paul Van Royen, FGGW, UAntwerpen
15 december 2024