Dirk Van der Cruysse

 1939-2021

Polla ta deina, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Internationale academische excellentie

Dirk Van der Cruysse werd geboren in Brugge op 25/03/39 en overleed in Brasschaat op 06/09/21.

Op 25 november 1962 werd Dirk Van der Cruysse baccalaureus in de filosofie aan de faculteit filosofie (Leuvense jezuïetenfaculteit). Nadien studeerde hij Romaanse filologie aan de toenmalige Rijksuniversiteit Gent. Op 15 juli 1966 behaalde hij er met grote onderscheiding de graad van licentiaat in de Letteren & Wijsbegeerte. Nadien studeerde hij nog Portugees en Braziliaanse literatuur in Rio de Janeiro. Op 24 juli 1970 behaalde hij de graad van doctor in de Franse letterkunde aan de Université de Poitiers. Na een jaar les te hebben gegeven in het Sint-Leocollege in Brugge begon hij zijn universitaire loopbaan in Antwerpen op 1 september 1967 als assistent in UFSIA, onder de vleugels van hoogleraar hedendaagse Franse letterkunde, wijlen prof. dr. Maurice Delcroix. Op 1 oktober 1971 werd hij docent, op 1 oktober 1977 hoogleraar en op 1 oktober 1984 gewoon hoogleraar. Hij doceerde eerst aan UFSIA, later aan de UIA en de UA, steevast met een leeropdracht in de geschiedenis van de Franse literatuur en cultuur in de periode van 1500 tot 1800. In de eerste jaren na zijn aanstelling gaf hij ook Franse spraakkunst en Latijnse auteurs. Later doceerde hij ook nog Romaanse cultuur en Portugees. Hij bleef dit onderwijs verzekeren tot aan zijn emeritaat op 30 september 2004. Hij was in UFSIA sectieverantwoordelijke Romaanse filologie van 1 oktober 1982 tot 30 september 1990. Ondertussen was hij regelmatig te gast aan de Sorbonne en aan het Collège de France. De internationale reputatie die hij snel opbouwde, inzonderheid in het domein van de Franse letterkunde van de 17e en 18e eeuw, bracht hem ook als visiting professor naar de McGill University en naar de Université de Montréal. Hij verzorgde doctorale seminaries aan verschillende Franse, Duitse, Italiaanse, Amerikaanse en Canadese universiteiten en ook in Nanjing in China.

De literatuurprofessor wordt cultuurhistoricus

Centraal in zijn werk staat de Franse literatuur in de 17e eeuw en vroege 18e eeuw. Hij heeft daarbij bijzondere aandacht voor de Franse cultuur en politiek zoals die tot uiting komt in de geschriften van een aantal tijdgenoten van Lodewijk XIV. Reeds tijdens zijn studies Romaanse filologie aan de toenmalige Rijksuniversiteit Gent ervoer zijn promotor, Roger Dragonetti, later hoogleraar aan de Université de Genève, dat Dirk geen doordeweekse Romanist was. Het is inderdaad niet niks als je de ambitie hebt om je licentiaatsverhandeling te maken over de duc de Saint-Simon, een sleutelfiguur in de Franse cultuur voor en na de eeuwwisseling van de XVIIe naar de XVIIIe eeuw. Het volledige oeuvre van de man, uitgegeven in de prestigieuze reeks La Pléiade bij Gallimard in Parijs, omvat 13.298 bladzijden in 8 volumes. De Mémoires van Saint-Simon waren zo explosief dat het manuscript – 3.000 bladzijden – in beslag werd genomen en pas voor het eerst verscheen in 1829. Het overspant de jaren 1691 tot 1723, dat is de periode van Lodewijk XIV (tot 1715) en het regentschap (la Régence) onder de hertog van Orléans (1715-1723). Na de dood van Lodewijk XIV was diens gedoodverfde opvolger – Lodewijk XV – immers slechts 5 jaar oud. De Mémoires van Saint-Simon (1675-1755) worden beschouwd als een uniek en indringend cultuurhistorisch getuigenis van een belangrijke periode in de Franse geschiedenis. Het is vanuit dit ruime perspectief, aanvankelijk louter literair, dat Dirk van der Cruysse zich heeft ontpopt als eminent en alom erkend cultuurhistoricus.

Auteur van bestsellers in het land van Louis XIV

Hij werd gewaardeerd als auteur van talrijke monografieën. Om te beginnen zijn doctoraatsproefschrift in 1971 over de literaire techniek van het portret waarmee Saint-Simon de menselijke fauna aan het hof van Lodewijk XIV beschrijft en tracht te doorgronden. In 1981 volgt La mort dans les Mémoires de Saint-Simon. Clio dans le jardin de Thanatos.

In de loop van de jaren 80 richt hij zijn aandacht op een andere persoonlijkheid aan het hof van Lodewijk XIV, namelijk Liselotte von der Pfalz, een Duitse prinses van wie hij 6000 brieven opspoorde die zij in het Frans, Duits en Engels schreef aan de familieleden en vrienden die zij had aan de meeste Europese hoven. Zij was de echtgenote van de reeds boven vernoemde hertog van Orléans, een tijdgenote van Madame de Maintenon, en leefde een halve eeuw in Versailles. Bij haar overlijden schreef een beroemd chroniqueur: “Voilà un deuil pour toute l’Europe.” Met deze publicatie breekt de cultuurhistoricus Van der Cruysse dan ook door de grenzen van Frankrijk. Het werk verschijnt bij Editions Fayard, waar hij van dan af een vaste stek heeft als auteur. Het boek (Madame Palatine) wordt bekroond met de Prix Yvan Loiseau de l’Académie Française en met meerdere andere wetenschappelijke prijzen en wordt ook een succes bij het grote publiek. Op 2 december 1988 haalde hij het prestigieuze boekenprogramma van Bernard Pivot Apostrophes op de Franse zender Antenne2.

Vanaf de jaren 1900 richt Dirk Van der Cruysse zijn onderzoek op de 17de-eeuwse reisliteratuur met een indrukwekkende reeks werken over o.a. de Franse ontdekkingsreizigers naar, en de kolonisatie van het Verre Oosten. De scope overschrijdt nu duidelijk de Europese grenzen met studies zoals:

– Louis XIV et le Siam (1991)

L’abbé de Choisy, androgyne et mandarin (1995)

– Chardin le Persan (1998)

– Le noble désir de courir le monde (2002) over de reisomstandigheden naar Azië ten tijde van Lodewijk XIII en Lodewijk XIV.

– Le Cap (2010), een schitterende geschiedenis van Kaapstad tot in 2009

– Sophie de Hanovre: Mémoires et Lettres de voyage (2014) over het hofleven in Nederland, Italië, Duitsland, Denemarken en Frankrijk

Het moge duidelijk zijn dat Dirk van der Cruysse na La Palatine en aanverwanten het roer letterlijk heeft omgegooid en een andere literaire koers is gaan varen.

Cultuuractivist met een breed spectrum

Wellicht uitgedaagd door de vele reisverhalen die hij becommentarieerde scheept hij in 2008 in Panama in voor de overtocht van de Stille Oceaan naar Tahiti.

Hij was ook een groot muziekkenner en -liefhebber en onder meer lid van de raad van beheer van het Festival van Vlaanderen Antwerpen en van de algemene vergadering van de Filharmonie. Van der Cruysse schreef overigens in 2017 een libretto, in het Frans om voldoende gereputeerde solisten te kunnen aantrekken, voor de opera Roméo et Juliette en eerder al voor Les liaisons dangereuses (1994).

Terloops vermelden we hier ook nog zijn rijk geïllustreerd kunstboek Ri Coëme. Een artistieke biografie (1980) over de kunstschilder en glazenier uit Sint-Truiden (1914-1979).

Voor zijn werk kreeg Dirk van der Cruysse niet alleen grote academische erkenning maar ook de belangrijke Franse eretekens van Chevalier dans l’Ordre des Arts et des Lettres, en Officier dans l’Ordre National du Mérite. In 2003 werd hij lid van de Académie Européenne des Sciences, des Arts et des Lettres in Parijs. Zijn gemeente Brasschaat kende hem haar tot dan slechts tien maal uitgereikte erepenning toe.

Dirk Van der Cruysse was sinds 1998 lid van de KVAB[1]. Hij stond bekend als een vriendelijk en beminnelijk lid van de klasse van de Menswetenschappen, die kon genieten van verschillende van zijn lezingen, onder meer over de Franse wereldreizigers uit de 17de eeuw.

Dirk Van der Cruysse was grootofficier in de Kroonorde.

Meer in de persoonlijke sfeer mag gezegd worden dat Dirk van der Cruysse ook een levensgenieter was. Hij zat bijzonder graag aan een goede tafel en viel daar altijd meteen op door zijn voortreffelijke kennis van wijn. Hij excelleerde daarbij niet enkel in de kennis ter zake maar nog meer in de wijze waarop hij in een gezelschap gerechten en wijnen kon beschrijven.

In de Franse XVIIe eeuw, de gouden eeuw bij onze zuiderburen, dweepte men met de notie honnête homme, naar het Griekse kalos kagathos. Grosso modo kwam de definitie van dit ideael sociaal en cultureel mensbeeld op het volgende neer:

l’honnête homme a une culture générale étendue et les qualités sociales propres à le rendre agréable en faisant preuve d’une aisance sociale conforme à l’idéal du moment. Il est homme de cour et homme du monde, il se doit de se montrer humble, courtois et cultivé mais aussi de pouvoir s’adapter à son entourage. Au nom de la nature, il refuse tout excès et sait dominer ses émotions.

Deze definitie is op het lijf geschreven van de menswetenschapper prof. dr. Dirk Van der Cruysse, kunstkenner en -minnaar, taalvirtuoos en eminent cultuurhistoricus.

em. prof. dr. Alex Vanneste, FLW-FOW, UAntwerpen
28 februari 2025

Academische bibliografie


[1] Dit portret is gedeeltelijk gebaseerd op het In Memoriam in de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, eveneens van de hand van prof. A. Vanneste (https://kvab.be/nl/nieuws/memoriam-dirk-van-der-cruysse).