1937-2013

De jonge motiverende docent radiologie
Onze eerste ontmoeting met professor De Schepper was onvergetelijk. Hij was een onstuimige, jonge docent radiologie aan de Universiteit Antwerpen, vol energie en nieuwe ideeën, en hij doceerde een inleidende cursus radiologie voor medische studenten. We waren allemaal gefascineerd door de innerlijke wereld van het menselijk lichaam, die zichtbaar werd door radiologische technieken.
Het was 1978. Radiologie was compleet anders dan nu. Computertomografie stond nog in de kinderschoenen en in België waren er toen slechts twee CT-units. Ultrasonografie was een omslachtige techniek die korrelige beelden opleverde, en MRI bestond nog niet.
De cursus richtte zich dus vooral op conventionele radiologische technieken. Maar Arthur De Schepper introduceerde een klinische, symptoomgerichte benadering van radiologie, een algoritmische benadering avant la lettre. Zo kregen we les over: de patiënt met pijn in het rechteronderkwadrant, de vrouw met een knobbeltje in de borst, een man met lage rugpijn, enz. Als geneeskundestudenten hielden we van zijn lessen en ze werden – in tegenstelling tot die van sommige van zijn collega’s – zeer goed bezocht.
Arthur De Schepper groeide op in Boom, een kleine industriestad ten zuiden van Antwerpen. Hij voltooide zijn medische opleiding aan de Katholieke Universiteit Leuven en studeerde in 1963 af als Doctor in de Geneeskunde, Chirurgie en Verloskunde, zoals een arts in die tijd werd genoemd. Hij begon zijn radiologie-opleiding in het algemeen ziekenhuis van Stuivenberg onder de leiding van professor Charles Dochez, die een vriend voor het leven zou worden. Zijn grootste interesse ging uit naar angiografie. De seldingertechniek voor arteriële katheterisatie was nauwelijks tien jaar eerder, in 1953, geïntroduceerd door de Zweedse radioloog Sven-Ivar Seldinger. Arthur De Schepper verfijnde zijn angiografieopleiding in de afdeling van dokter C. Hernandez, in het Hôtel Dieuziekenhuis in Parijs. Na zijn terugkeer naar Antwerpen werd hij in 1973 voorzitter radiologie in het Algemeen Ziekenhuis Stuivenberg. Vijf jaar later werd hij benoemd tot coördinerend voorzitter van de Openbare Ziekenhuizen van de Stad Antwerpen. Tijdens de jaren 1970 bleef hij angiografie uitvoeren en wetenschappelijke rapporten publiceren over deze nieuwe techniek. Zijn artikel uit 1972 ’Nutcracker phenomenon of the renal vein causing left renal vein pathology’ in het Belgisch Tijdschrift voor Radiologie (JBR-BTR) blijft een klassieker. Zijn wetenschappelijke productie culmineerde in de succesvolle publieke verdediging van zijn doctoraatsthesis over het ovariumveneuze syndroom (1976).
De medische en wetenschappelijke prestaties en successen van Arthur De Schepper bleven niet onopgemerkt. Zijn benoeming in 1978 tot docent radiologie aan de Universiteit Antwerpen kwam dan ook niet als een verrassing. Hij zou de leraar en mentor worden van verschillende generaties medische studenten. Bij de inhuldiging van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen in 1980 werd hij voorzitter van het Departement Radiologie. Een nieuwe beeldvormingsafdeling uit de grond stampen, bekwame en toegewijde medewerkers selecteren en een structuur ontwikkelen om coassistenten en studenten te onderwijzen, dat waren de uitdagingen waarvoor hij stond. Het waren opwindende tijden, want alles was nieuw en opwindend. Arthur De Scheppers succes in het creëren van een productieve en speciale sfeer in de afdeling radiologie was het resultaat van een intense toewijding, echte vriendschapsgevoelens voor zijn medewerkers ongeacht hun graad of functie, kritische discussie en intellectuele eerlijkheid. Hij had een buitengewoon vermogen om studenten en medewerkers met veel talent en toewijding aan te trekken en hij wist zijn energie en enthousiasme op hen over te brengen.
The Imaging of Soft Tissues
Tussen 1980 en zijn pensioen in 2003 leidde Arthur De Schepper meer dan 80 radiologen op. Samen met medewerkers, verpleegkundigen, technologen en andere medewerkers van de afdeling vormden zij zijn uitgebreide familie. Zijn energie en visie resulteerden in een productieve wetenschappelijke output. Toen hij in 2003 met pensioen ging, was hij auteur of medeauteur van meer dan 250 wetenschappelijke artikelen, waarnaar wordt verwezen in PubMed. In het begin van zijn carrière ging zijn aandacht vooral uit naar vasculaire radiologie en angiografische technieken. Hij was de eerste die een percutane angioplastiek van de nierslagader uitvoerde in Antwerpen. Met de komst van CT en MRI veranderde hij in een expert in crosssectionele beeldvormingstechnieken. In 1986 installeerde het Universitair Ziekenhuis Antwerpen als eerste academisch opleidingsziekenhuis in Vlaanderen een supergeleidende MRI-unit. Vanaf het begin van de jaren 1990 ontwikkelde Arthur De Schepper een grote interesse in beeldvorming van bot- en zachteweefseltumoren. Hij richtte de Belgian Soft Tissue Neoplasm Registry (BSTNR) op, dat second opinions gaf aan radiologen en andere medische specialisten uit het hele land. Zijn expertise en de BSTNR-database leidden in 1997 tot de publicatie van een zeer succesvol leerboek ‘Imaging of Soft Tumors’. Een tweede editie verscheen in 2001 en een derde, volledig herziene editie in 2006. Het boek werd ook in het Chinees vertaald. Daarvoor had hij al een monografie gepubliceerd over medische beeldvorming van de milt (2000). Na zijn pensionering als voorzitter van de afdeling in 2003 bleef hij zeer actief als expert en gaf hij honderden second opinions in medisch-juridische zaken. Vanwege zijn deskundigheid en kennis nodigde professor Hans Bloem hem uit om adviseur-professor radiologie te worden aan het Leids Universitair Medisch Centrum, in Nederland. Hij bleef werken met meer energie en enthousiasme dan de meeste mensen de helft van zijn leeftijd, en dat hield zijn lichaam jong en zijn geest alert.

Professor Arthur De Schepper zal worden herinnerd als een zeer bewonderd en internationaal gerespecteerd radioloog, met een bijna bovenmenselijke toewijding aan zijn werk. Zijn niet-aflatende energie en intellectuele nieuwsgierigheid blijken uit zijn productieve wetenschappelijke productie gedurende zijn hele carrière. Zijn baanbrekende werk op het gebied van wekedelentumoren maakte van hem een autoriteit op dit gebied. Hij werd uitgenodigd om gastcolleges te geven op het European Congress of Radiology (ECR), de European Society of Skeletal Radiology (ESSR), de Radiological Society of North America (RSNA) en vele andere grote internationale bijeenkomsten.
Bovendien had hij een grote belangstelling voor educatieve activiteiten in de radiologie, zowel op lokaal, nationaal als internationaal niveau, zoals zijn legendarische avondbijeenkomsten ‘Radiologisch Uur van het UZA’. Professor De Schepper was voorzitter van de Koninklijke Belgische Vereniging voor Radiologie en van de Antwerpse Medische Dagen, en bekleedde nog vele andere functies tijdens zijn prestigieuze carrière. Maar misschien zal professor Arthur De Schepper vooral herinnerd worden als de stichter van de ‘Antwerpse school voor radiologie’, een kweekvijver van jonge radiologen, van wie velen verantwoordelijke en respectabele functies gingen bekleden in de radiologie, in België en daarbuiten.
De fijnzinnige familieman
Hoewel zijn medische, wetenschappelijke en educatieve prestaties alom bekend en gewaardeerd waren, had Arthur De Schepper menselijke en humanitaire kwaliteiten die alleen zijn familie en goede vrienden ten volle konden waarderen. Hij was de liefhebbende echtgenoot van Anya Augustynen, de trotse vader van twaalf kinderen en de ’papie’ van 21 kleinkinderen. Zijn liefde voor hen allemaal, de kleine dingen van het leven, de vogels in zijn tuin, zijn boswandelingen en zwerftochten door de mysterieuze steegjes van Antwerpen, het kristalliseerde allemaal in honderden gedichten.
Moedig afscheid
In november 2011 bevond professor De Schepper zich plotseling aan de andere kant van de scheidslijn, toen vage buikklachten symptomen bleken te zijn van uitgezaaide darmkanker. Met bewonderenswaardige moed aanvaardde hij de diagnose en de gevolgen ervan. Hij probeerde nooit de ernst van zijn aandoening te verhullen en ging tegelijkertijd door met werken en zijn collega’s zoveel als fysiek mogelijk was te helpen. Op 11 september 2013 gaf hij op een symposium ter gelegenheid van de 10e verjaardag van zijn pensionering zijn laatste lezing aan de Universiteit Antwerpen, een overzicht van zijn lange carrière en een heldere samenvatting van wat was geweest en wat nog zou komen. Nog geen vier weken later liet hij ons achter met een laatste gedicht:
aan wie het aanbelangt
begraaf me voorzichtig
met een bos lavendel
en pen en papier
je weet nooit
of mijn ziel het tijdloze gedicht
zou kunnen schrijven
wat ik bij leven nooit kon
vergeet pracht en praal
strooi humor in mijn graf
en een stukje van de regenboog
je weet nooit
of mijn oog een nevel van kleuren
zou kunnen zien
die ik bij leven nooit had kunnen zien
begraaf me niet luid
leg stiltekorrels in mijn graf
en een ivoren muziekdoos
je weet nooit
of er geen hemelse muziek is
maar klanken die ik zal horen
die ik bij leven nauwelijks kon horen
laat je rouwkransen thuis
je elegieën en klaagzangen
als voor een eerbaar man
leg knuffels en liefkozingen in mijn graf
je weet nooit
of onze liefde overleeft
prof. dr. Paul M. Parizel, Departement Radiologie, Universitair Ziekenhuis & Universiteit Antwerpen
en
dr. Jan M.L. Bosmans, stafradioloog, Universitair Ziekenhuis Gent, België.