André Weyns

1947-2017

Foto André Weyns, © familie Weyns – Depuydt

André (August Louis Mathilde) Weyns werd als tweede telg uit een gezin van zes kinderen op 12 december 1947 in Bonn (West-Duitsland) geboren. De lagere school doorliep hij in Mechelen. Zijn middelbare studies (Latijn-Wetenschappen) sloot hij in 1966 af aan de Scheppersnormaalschool in Alsemberg waar hij een jaar later het diploma van onderwijzer behaalde.

In 1967 vatte hij aan de KULeuven de studies in de diergeneeskunde aan. Na een jaar KULeuven vertrok hij naar UGent om de studies diergeneeskunde verder te zetten. Hij behaalde het diploma van doctor in de diergeneeskunde (dierenarts) in 1974. Reeds tijdens zijn studies was hij als student-assistent werkzaam op het Laboratorium voor anatomie van de huisdieren van de UGent en was hij actief betrokken in het begeleiden van de praktische oefeningen Anatomie.

Onmiddellijk na zijn afstuderen trad hij als wetenschappelijk medewerker in dienst van het Laboratorium voor anatomie en embryologie van de huisdieren (diensthoofd prof. dr. Piet Krediet) van het RUCA. In deze hoedanigheid werd hij ingeschakeld in het theoretisch en praktisch onderricht aan de kandidaatsstudenten diergeneeskunde. Van 1974 tot 1977 begeleidde hij, samen met Frans Van Meir (ondergetekende), die in 1975 als assistent was aangesteld, ook de practica histologie en microscopische anatomie aan de studenten diergeneeskunde, geneeskunde en tandheelkunde. In 1978 werd hij aangesteld als eerstaanwezend assistent en in 1983 benoemd tot geassocieerd docent en toegevoegd aan de leerstoel diergeneeskunde.

Zijn onderwijsactiviteiten werden aangevuld met wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek van André Weyns spitste zich aanvankelijk toe op de entero-endocriene cellen in de dunne darm van het paard. Daarna ging de aandacht vooral naar de intramurale bezenuwing van het magencomplex van herkauwers wat in 1988 resulteerde in zijn doctoraasproefschrift dat verdedigd werd aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam met als promotoren prof. dr. P. Krediet en prof. A. Verhofstad.

Foto André Weyns en Piet Krediet, © familie Weyns – Depuydt

Gangmaker van het diergeneeskundeonderwijs

Kort na de oprichting van de opleiding diergeneeskunde (1970) in Antwerpen was André Weyns, samen met collega André Houvenaghel, de gangmaker van de driejarige kandidaatsopleiding diergeneeskunde in Antwerpen. Zij waren aanvankelijk de enige dierenartsen die lesgaven in de opleiding en verantwoordelijk waren voor een groot lessenpakket: embryologie, anatomie, neuroanatomie en de fysiologie van de huisdieren. André had een bijzondere aanpak om de vergelijkende anatomie te doceren. Om de verschillen tussen de diersoorten te duiden vertrok hij van het gemeenschappelijke bouwplan dat zijn oorsprong vindt in de embryologie en organogenese. In elk van zijn anatomievakken kwam organogenese aan bod. Hij had ook een bijzondere interesse in de neuroanatomie en wijdde hier een apart vak aan in tegenstelling tot de opleiding aan de UGent. In 1984 publiceerde hij, samen met prof. E. Marani van de UTwente en ULeiden, de Hersenatlas van het schaap met een ontleedkundige handleiding. De anatomieopleiding voor de studenten diergeneeskunde kreeg ook een neuro-plus-label, waar vele studenten ten tijde van de studie in Antwerpen misschien niet blij mee waren, maar waar ze later de vruchten van plukten. Hij zwoer bij een examen dat het praktische met het theoretische combineerde. Studenten moesten een structuur feilloos dissecteren en nadien met hem bespreken. Door de stijgende studentenaantallen was dit niet meer mogelijk en moest er gezocht worden naar een alternatieve manier om de vaardigheden en de kennis van de studenten te toetsen.

Zo getuigde Jonas Spruyt, die in 2011 zijn bachelor diergeneeskunde behaalde aan UAntwerpen en die sinds maart 2023 de nieuwe dierenarts van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael is, toen hem de vraag gesteld werd welke professor het meeste indruk op hem gemaakt had: “André Weyns, professor anatomie in mijn eerste en tweede bachelor. Hij was heel inspirerend en best intimiderend, maar zo wist hij je steeds te prikkelen om hard te studeren. Ik was nog nooit zo blij met een 12/20 op mijn examen orgaananatomie”.

Na de verhuizing naar Campus Drie Eiken werd André helemaal enthousiast toen er een stal ’De Ark’ werd gebouwd, zodat de studenten, ook al in de bacheloropleiding, kennis konden maken met het hanteren van de grote huisdieren. Op die manier kon hij zijn ervaring met paarden en  ook zijn lievelingsdier de Arabier, zij het op het einde van zijn carrière, in de opleiding integreren. Dat hij de opleiding steeds heeft gesteund, steeds wilde actualiseren, vernieuwen en ook internationaliseren bleek uit de studiereis naar Zuid-Afrika die hij samen zijn echtgenote en prof. Luc D’Haese en nagenoeg alle derdejaars bachelorstudenten in het academiejaar 2011-2012 ondernam. Elke dag stond er wel een ‘dier-gerelateerd’ evenement op het programma.

Foto Zuid-Afrikareis, © familie Weyns – Depuydt

Start van het departement Diergeneeskunde

Naast de aanzienlijke onderwijsopdracht werd ook de uitbouw van het Onderzoekslaboratorium embryologie en anatomie van de huisdieren zijn verantwoordelijkheid. Omdat vooral de onderwijsfaciliteiten op de Oosterveldlaan te krap werden voor het steeds groeiende aantal studenten werden de faciliteiten voor de anatomie (A. Weyns), de fysiologie (A. Houvenaghel) en de biochemie (W. Decleir) verhuisd naar de Slachthuislaan in Merksem. Na de eenmaking van de UAntwerpen en de oprichting van de faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen was André Weyns als onderwijscommissievoorzitter medegangmaker van de oprichting van het Departement giergeneeskunde. Een apart gebouw voor de diergeneeskunde kreeg zijn plaats op de Campus Drie Eiken. Hierdoor kreeg de opleiding nog meer zichtbaarheid in het Vlaamse universitair onderwijslandschap en werd deze een gerespecteerde gesprekspartner van de opleiding diergeneeskunde aan de UGent.

Met de oprichting van het departement werden ook de mogelijkheden voor de onderzoeksgroep groter en werden nieuwe onderzoeksonderwerpen aangesneden. Eerst werden de resulterende doctoraten nog afgelegd aan de UGent, zoals het doctoraat van Chris Van Ginneken, later verwierf de UAntwerpen de bevoegdheid om zelf doctoraten in de diergeneeskunde af te leveren.

André Weyns was lid van meerdere wetenschappelijke verenigingen. Als lid van de Nederlandse Anatomen Vereniging (NAV) was hij in België gastheer van hun vergaderingen; hij was ook secretaris van de European Association of Veterinary Anatomists (EAVA), en actief in de World Association of Veterinary Anatomists (WAVA). Hij nam jaarlijks deel aan de bijeenkomsten van de NAV en was steeds van de partij op de congresbijeenkomsten van EAVA waar hij een door de jonge doctoraatsstudenten een graag geziene tafelgenoot was. In deze vereniging toonde hij ook zijn sociaal engagement door buitenlandse doctoraatsstudenten de kans te bieden om voor een paar maanden in Antwerpen hun onderzoek te kunnen uitvoeren en zo gebruik te maken van de onderzoeksinfrastructuur die het hun soms ontbrak in hun thuisland.

Familieman en sociaal engagement

André Weyns huwde in 1977 met Gaby Depuydt en verhuisde van het Mechelse naar Kruibeke, in het Waasland. Al vlug nam hij deel aan het plaatselijke sociale leven, onder meer door zich te engageren in de Gezinsbond om activiteiten te organiseren voor de jeugd. Na de Roemeense omwenteling ging hij met een groep vrijwilligers, ‘Een dorp voor een dorp’, op stap om in het dorp Moldovita hulp te verlenen, niet alleen de plaatselijke veearts te ondersteunen, maar vooral de school met raad en daad bij te staan zodat de jongeren uitzicht kregen op een betere toekomst . Bij de Rotary Club Beveren-Waas was hij graag gezien omdat hij altijd actief deelnam aan de evenementen om sociale doelen te sponsoren. Dienstbaarheid was dan ook geen ijdel begrip voor hem. Tijdens een voordracht kon hij goed luisteren en ging hij een vraag of discussie niet uit de weg, nuchter, relativerend en dikwijls met een kwinkslag. Als lid van de Orde van den Prince waren de kernwoorden Amicitia en Tolerantia eigenlijk op zijn lijf geschreven, want in alle vriendschap en met de aanvaarding van de andere meningen werd hij door iedereen geprezen om zijn betrokkenheid en verdraagzaamheid.

Reeds zeer vroeg en meermaals in zijn carrière werd André door ernstige ziekte getroffen, maar steeds overwon hij deze tegenslag. Kort na zijn emeritaat sloeg het noodlot weer toe. Hij overleed op 17 november 2017 in het Universitair Ziekenhuis in Leuven.

Twee stellingen bij zijn doctoraal proefschrift typeerden zijn levenshouding en mensbeeld:

  • Principes zijn onaantastbaar. Juist daarom moet men ze in het leven zo hoog stellen dat men er altijd onderdoor kan.
  • Mensen zijn als ballonnen. Hoe meer ze zich opblazen, hoe lichter ze wegen.

em. prof. dr. Frans Van Meir,FFBD, UAntwerpen
24 mei 2025

Met dank aan mevr. Gaby Depuydt en prof. dr. Chris Van Ginneken

Academische bibliografie