1954-2020
Em. Prof. Dr. Alain Verschoren overleed onverwacht op 27 november 2020. We blikken terug op zijn wiskunde-loopbaan, en op zijn bijdragen aan de Universiteit Antwerpen. Algebraïsch bekeken zouden we dit in chronologische volgorde doen; met de dualiteit tussen algebra en meetkunde in gedachten volgen we het meetkundige pad, in anti-chronologische zin.

Eenmaken en leiden zit hem in het bloed
In 2003 bundelden de drie Antwerpse universiteiten RUCA, UFSIA en UIA hun krachten en ontstond de Universiteit Antwerpen (UA). Eindelijk, na vele jaren, kreeg de Antwerpse metropool waar ze recht op had: een volwaardige universiteit. Alain Verschoren was de laatste rector van het RUCA (2001-2003) en een van de architecten achter de eenwording. Hij werd de eerste voorzitter van de raad van bestuur van de nieuwe universiteit (2003-2008) en de tweede rector (2008-2016).
In de jaren tachtig en negentig was hij actief in het bestuur van het Belgisch Wiskundig Genootschap (BMS). Van 1988 tot 1992 was hij hiervan de voorzitter. Begin jaren negentig stond het BMS op een keerpunt in zijn geschiedenis. U kunt hierover lezen in [1], waar de geschiedenis van het genootschap in drie tijdperken is verdeeld. Het einde van de tweede periode eindigt in 1993. Samen met Luc Lemaire (ULB, voorzitter 1993-1996) legde hij de basis voor de modernisering. Na het einde van zijn voorzitterschap bleef hij het BMS steunen, zij het niet langer als actief lid van het bestuur. Het BMS verwelkomde hem voor het laatst op een van zijn activiteiten op 19 november 2011, op een gezamenlijk symposium met de wiskundelerarenverenigingen van Vlaanderen (VVWL) en Franstalig België (SMBef), waar hij het slotpanel voorzat.
Leiden en organiseren, ook in zijn vakdomein: wiskunde
Alain Verschoren was ook actief in de organisatie van wiskundige evenementen. Een van zijn initiatieven was de organisatie van de SAGA-conferenties. SAGA is de afkorting van Semaña de Àlgebra y Geometría Algebraica. Dit was een reeks internationale congressen georganiseerd in België en Spanje, waarbij de destijds groeiende samenwerking tussen algebristen in beide landen centraal stond. Het eerste congres vond eind jaren tachtig plaats in Antwerpen, gevolgd door Santiago de Compostella (1988), Puerto de la Cruz (1992), Antwerpen-Brussel (1996) en Leon (1999). Het meest inspirerende vond ik de bijeenkomst op Tenerife. Alain had een vruchtbare wetenschappelijke samenwerking met het team van prof. Maria Victoria Reyes Sanchez aan de Universidad de la Laguna.
Wiskundige duizendpoot op hoog niveau
Gedurende zijn carrière is Alain Verschoren actief geweest in een breed scala aan wiskundige disciplines, zoals genetische algoritmen, neurale netwerken en optimalisatie. Maar zijn belangrijkste werk ligt op het gebied van de algebra, meer specifiek in de ontwikkeling van de niet-commutatieve algebraïsche meetkunde. De zoektocht naar een adequate niet-commutatieve versie van algebraïsche meetkunde en differentiaalmeetkunde is de afgelopen vijf decennia een van de drijvende krachten geweest in het wiskundig onderzoek.
Volledig succes werd nooit bereikt, maar er werd wel aanzienlijke vooruitgang geboekt. De aanpak van de onderzoeksgroep algebra in Antwerpen was gebaseerd op torsietheoretische methoden, waarbij het basisidee is om priemidealen te vervangen door kernfunctoren. Een van de mijlpalen is de gezamenlijke monografie [3] met Freddy Van Oystaeyen, de oprichter van het algebrateam te Antwerpen.
In een Mathematical Review [2] voor de American Mathematical Society, schrijft Makar-Limanov het volgende: “The authors are led to generalize to the case of R an affine polynomial identity k-algebra. Notions of sheaf and variety are carried over with some difficulty, but the theory is completed through a Riemann-Roch theorem.” De Riemann-Roch-stelling is een van de hoofdstellingen uit de klassieke (commutatieve) algebraïsche meetkunde. Dat deze uitermate meetkundige stelling een niet-commutatieve tegenpool heeft is een duidelijke illustratie van het meetkundige karakter van de nieuwe theorie, ondanks het feit dat deze – toch minstens op het eerste gezicht – meer algebraïsch dan meetkundig is.
James Joyce
Alain had een bijzonder gevoel voor humor en mysterie. Niet toevallig was zijn favoriete schrijver James Joyce. Hij verzamelde de verschillende edities van zijn boeken (in alle mogelijke talen). Bezoekers van zijn kantoor op de Middelheimcampus in Antwerpen konden genieten van een tentoonstelling van de meest opmerkelijke stukken uit zijn collectie. Ooit had ik het genoegen om hem Roemeense en Hongaarse vertalingen te schenken. Die had ik na enig zoekwerk gevonden in een antiquariaat in Cluj-Napoca in Transsylvanië, met de hulp van enkele collega’s aldaar. In zijn recensie [2] schreef Makar-Limanov: “In particular, the reviewer would like to especially single out the extensive use by the authors of reference [91]: J. Joyce , Finnegan’s wake, throughout their work.” Het toont aan dat het œuvre van James Joyce ook inspirerend geweest is voor het zuiver wiskundige werk van Alain.
Alter ego?
Het mysterie gaat verder. Wie is Arnold Beckenheimer? Bestaat hij echt of is hij een van Alains alter ego’s? Hij wordt beschreven als wiskundige aan de Transsylvania New University (TNU) en regelmatig gastprofessor aan de UA. Zijn naam komt voor in boeken en verslagen geschreven door Alain. Ooit zat ik in de commissie van een doctoraatsproefschrift aan de universiteit van Santiago de Compostella, samen met Alain. Na de verdediging, tijdens de receptie komt er een telegram van UA: felicitaties aan de nieuwe dokter van Arnold Beckenheimer! Commentaar van Alain: “Dit is het definitieve bewijs dat Beckenheimer wel degelijk bestaat.” Een bestaande persoon of een van de vele uitingen van Alains gevoel voor humor? Het mysterie blijft.
Op onze reis terug in de tijd komen we terecht in de periode 1976-1986, toen Alain onderzoeker was bij het NFWO. Het was nog de pionierstijd van het algebrateam in Antwerpen. De wekelijkse seminaries op vrijdagnamiddag zijn legendarisch, vooral de voortzetting van de discussies achteraf in een nabijgelegen taverne, Den Uil, de Campus of het Bieke, met Michel Van den Bergh, Jan Van Geel, Lieven Lebruyn, Erna Nauwelaerts, Eric Jespers, Paul Wauters, Fred Van Oystaeyen, ikzelf en talloze internationale bezoekers die van de gelegenheid profiteerden om kennis te maken met de rijke verscheidenheid aan Belgische bieren. Het is ook tijdens deze periode dat Alain zijn vrouw Lin ontmoet, eveneens een wiskundige afgestudeerd aan de Universiteit Antwerpen.
We bereiken nu Alains studententijd aan het RUCA en de UIA (1972-1976). Vanaf mijn eerste dag als student aan het RUCA, in oktober 1974, hoorde ik de legendarische verhalen over Alain, die toen in de eerste licentie zat. Hij was zeer actief betrokken bij de werking van WINAK, de wis- en natuurkundige kring. De cantussen in zaal Cecile, de doopstoeten in Antwerpen, met als hoogtepunt een megafeest in de Handelsbeurs, de jaarlijkse WINAK-reis naar Amsterdam en vele thés dansants in zaal Domino aan de Stadswaag in Antwerpen: Alain was daar alomtegenwoordig. Het hoogtepunt van deze thés dansants was gewoonlijk een tamelijk wilde en luidruchtige uitvoering van de French cancan, gedirigeerd door Alain.
Briljante leerling
Gedurende zijn middelbare schoolperiode heb ik Alain niet gekend. Er is wel een andere getuigenis uit deze periode. Paul De Knop was een van zijn klasgenoten aan het Atheneum in Antwerpen. Vele jaren later waren ze opnieuw collega’s, nu als rectoren van twee vooraanstaande Vlaamse universiteiten. Paul bevestigde dat Alain al in deze tijd uitzonderlijk goed was in wiskunde, maar vertelt ook dat hij zelf nog iets beter was. Of dit laatste echt waar is, weet ik niet, maar het is alleszins een mooi verhaal. Helaas is ook Paul overleden, in augustus 2022.
Humor
Alains gevoel voor humor is reeds aan bod gekomen. Ooit was ik zelf het slachtoffer van een van zijn grappen. Tijdens het SAGA-congres op Tenerife in 1992 werd ik gevraagd om de slottekst van het congres te brengen. Ik kreeg een tekst in het Spaans die ik mocht voorlezen. Het punt was dat de tekst in het Italiaans was, tot grote hilariteit van de aanwezige Spaanse wiskundigen. Hij genoot daar enorm van, wat mij tot een laatste observatie brengt: hij leefde zijn leven zeer intensief, en genoot van elke minuut, waar hij ook mee bezig was: een stelling bewijzen, een biertje drinken, een vergadering bijwonen, de French cancan dansen of nieuwe grappen verzinnen.
Wij missen zijn betrokkenheid, zijn enthousiasme, zijn humor en vooral zijn persoonlijkheid. Wij danken Alain voor alles wat hij heeft gedaan.
Referenties
[1] F. Bastin, A. Bultheel, S. Caenepeel, L. Lemaire, The Belgian Mathematical Society, Newsletter European Math. Soc. 80 (2011), 45-47.
[2] L. G. Makar-Limanov, MR0639153 (85i:16006), Bespreking van [3], American Mathematical Society, 1981.
[3] F. Van Oystaeyen, A. Verschoren, Noncommutative algebraic geometry. An introduction. Lecture Notes in Mathematics, 887. Springer-Verlag, Berlin, 1981. vi+404 pp.
prof. dr. Stefaan Caenepeel, FTW, VUB
1 mei 2024