Adolphe Neetens

1920-2011

Adolphe (Justin Henri Virginie) Neetens werd geboren op 23 februari 1920 te Edegem. Na zijn lagere school volgde hij middelbaar onderwijs in het Koninklijk Atheneum van Antwerpen in de Grieks-Latijnse afdeling. In de jaren van de hogere graad sloot hij zich als adolescent aan bij de tijdens Wereldoorlog II ontstane weerstandsgroepering  in Antwerpen. Hij begeleidde daarbij Engelse piloten naar veiliger oorden. Na een tijd werd hij verklikt en door de politiediensten opgepakt. Hij werd naar het Fort van Breendonk afgevoerd, en aldaar ondervraagd en hardhandig aangepakt, waarbij hij geraakt werd in de nierstreek.  Van Breendonk werd hij naar Duitsland gevoerd.

Oorlogservaringen

Neetens bracht de verdere oorlogsperiode door in de kampen van Bergen-Belsen en Dora. Toen op een bepaald ogenblik opstand uitbrak in het kamp, verloren twee van zijn kompanen het leven. Neetens raakte gekwetst aan zijn voet. Hij werd evenwel in bescherming genomen door een Hongaars geneesheer, die ervoor zorgde dat hij verder als verpleger in het kamp tewerkgesteld werd. Daardoor werd voorkomen dat hij gefusilleerd zou worden. Meteen werd ook toen zijn roeping duidelijk: hij zou arts worden! Toch bleven de gevangenisjaren in het kamp verder gekenmerkt door meerdere periodes van darmontstekingen, meest waarschijnlijk tyfus of dysenterie. Tijdens zijn gevangenschap hoorde Neetens regelmatig de aria weerklinken uit de Méditation de Thais van Jules Massenet; dit emotionele lied is later voor de rest van zijn leven zijn lijflied gebleven !

Uiteindelijk werd Neetens bevrijd in 1944. Hij keerde terug naar België, en kon alsnog zijn eindexamen van het middelbaar onderwijs afleggen. Wel hield hij van de oorlog langdurig nachtmerries en angstperiodes over.

Opleiding tot geneesheer

Neetens ging  na de oorlog eerst aan de slag als handelsvertegenwoordiger in de textielsector, doch startte al gauw met zijn studie geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Gent in oktober 1945. Hij was een ijverig student en werd leerling-assistent in de anatomie bij prof. Julien Fautrez (1914-1996). Hij behaalde zijn diploma als kandidaat in de Natuur- en Geneeskundige Wetenschappen in 1948. Tijdens de doctoraatsjaren volbracht Neetens zijn stages in de diensten van het Gentse Bijlokeziekenhuis. Na zijn doctoraatsdiploma in 1952 ging Neetens zich enkele maanden bekwamen in de VSA aan de befaamde Johns Hopkins-universiteit van Baltimore.

Opleiding tot oogarts

Terug in België werd Neetens in 1952 in Gent aangesteld als assistent in opleiding bij de wereldbefaamde oogarts prof. Julien François (1907-1984). Hij bleef er vijf jaar werken en vervolmaakte zich in de oogheelkunde tot 1956. Hij was inmiddels gehuwd met mej. Van Varenbergh in 1952, en ging wonen op de Rubenslei 32 in Antwerpen. Het koppel kreeg een zoon Hendrik (°5/07/1953) en drie dochters, Ann (°22/05/1956), Katy (°27/07/1957) en Ingrid (°6/07/1958).

Oftalmoloog in Antwerpen

Na zijn opleiding in Gent vestigde Neetens zich als oogarts in Antwerpen, en werd in 1956 benoemd in het COO-ziekenhuis St.-Elisabeth. Hij volgde er mevr. dr. Van de Briel op, en bouwde de dienst oftalmologie verder uit, zowel in het St.-Elisabeth- als in het Stuivenberggasthuis.
Zijn faam groeide snel. Hij werd in 1967 medestichter en secretaris van de Kring van Vlaamse Oogartsen. In Antwerpen werd hij in 1968 verkozen tot voorzitter van de Geneeskundige Dagen van Antwerpen, georganiseerd door de Koninklijke Geneeskundige Kring van Antwerpen (KGKA). Het jaar nadien, in 1969, werd Neetens voorzitter van deze Kring, waarvan hij een uitgebreide geschiedenis schreef vanaf haar stichting als eerste Collegium Medicum in de Lage Landen in 1620 tot aan het jubileumjaar 1970. In hetzelfde jaar 1969 werd Neetens ook aangesteld als professor aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen, en doceerde er een opleidingscursus voor artsen die zich voorbereidden voor werk in ontwikkelingslanden.

Hoogleraar oogziekten aan de Universiteit Antwerpen

Bij de oprichting van de Universitaire Instelling Antwerpen, en in het bijzonder van de doctoraten Geneeskunde, werd Adolphe Neetens in 1973 aangesteld als gewoon hoogleraar oogheelkunde. Hij bleef zijn klinische praktijk verder zetten in de OCMW-ziekenhuizen St.-Elisabeth en Stuivenberg tot 1979.

Toen het Universitair Ziekenhuis Antwerpen zijn deuren opende op 1 september 1979, werd Neetens diensthoofd van de kersverse dienst oogziekten in het UZA. Hij bouwde ook hier de dienst volledig uit, omringde zich met stafleden, medewerkers en assistenten, en legde accenten op de cataractchirurgie, retina-pathologie en congenitale afwijkingen. Steeds opereerde Neetens zonder handschoenen. Hij hield van het tactiele contact tussen hand, instrument en het oogweefsel van de patiënt. Tijdens de ingrepen wenste hij dan ook nooit gestoord te worden.

Enkele grote momenten in de ambtsperiode van Adolphe Neetens waren enerzijds het bezoek van koning Boudewijn aan de Koninklijke Geneeskundige Kring van Antwerpen in 1970 ter gelegenheid van zijn jubileum (cfr. supra), en anderzijds het bezoek van een belangrijke wetenschappelijke delegatie uit China, met een ontvangst door de heer P. Van Remoortere en hoofdgeneesheer Neetens aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

In zijn persoonlijk leven ging Neetens een nieuwe relatie aan met Lutgarde Valcke, verpleegkundige en licentiate Ziekenwetenschappen, monitrice in het UZA. Later hertrouwde hij nog met (Marie) Christine Rubens, oogarts en medewerkster in zijn dienst. Bij haar kreeg hij nog een dochter, Dominique (°28/01/1981).

Hoofdgeneesheer van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

Na het plotse overlijden van Joseph Bekaert in 1987 werd Adolphe Neetens aangesteld tot hoofdgeneesheer in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het werd een drukke periode voor hem. Hij zette zich ten volle in om het universitaire ziekenhuis verder uit te bouwen. Niet het minst zorgde hij mee voor academische speerpunten in de geneeskunde, zoals de cardiochirurgie en de transplantatieheelkunde, doch ook andere diensten bloeiden op.

In 1991 ging Neetens met emeritaat aan de Universitaire Instelling Antwerpen. Hij genoot met volle teugen van zijn oude dag, niet het minst in zijn buitenverblijf aan de Oude Sluissedijk in het West-Vlaamse Damme. Uiteindelijk diende hij te worden opgenomen in het Woonzorgcentrum Familiehof in Schelle, alwaar hij overleed op 7 februari 2011, op net geen 85-jarige leeftijd.

em. prof. dr. Bob Van Hee, FGGW, UAntwerpen
5 oktober 2024