De voorvaders van de moderne computers

Waarom heeft een gsm meer rekenkracht dan de eerste raket naar de maan? Het antwoord op deze vraag ligt bij het Acorn, een computerbedrijf dat in de jaren 80 een vergelijkbare impact had als IBM, Intel en AMD. Als geesteskind van Chris Curry en Herman Hauser werd Acorn een story of opportunities, maar ook een van gemiste kansen.

Na een meningsverschil verliet Curry het bedrijf van Clive Sinclair, één van de grondleggers van de Britse rekenindustrie. In 1978 startte hij als self-made ingenieur samen met Hauser het bedrijf Cambridge Processor Unit op en een jaar later Acorn Computers. Na een eerste schuchtere poging met een 8-bit computer, de Atom, introduceerden ze in de Proton, hun tweede product, een compartiment om een tweede coprocessor toe te voegen. Dit is een belangrijk onderdeel voor het functioneren van de computer. Deze functie werd later standaard in alle courante computers. De Proton was het geesteskind van Steve Furber en Sophie Wilson, computerwetenschappers van de Universiteit van Cambridge.

Begin jaren 80 kwam de eerste opportuniteit voor Acorn om de hoek kijken. De BBC wilde een reeks tv-programma’s uitzenden met als doel de Britse bevolking te leren programmeren. Tegelijkertijd brachten ze een betaalbare computer op de markt waarrond de reeks werd opgebouwd. Toen de eerste contractant, Newbury zijn toestel niet kon opleveren, werd het contract doorgeschoven naar Acorn. De Proton werd omgevormd tot de BBC Micro. Met steun van de overheid werd het de meest gebruikte computer in de Britse scholen.

Het klavier van de BBC Micro

In 1983 kwam een tweede opportuniteit. In dat jaar werden de computers zo goedkoop dat ze betaalbaar werden voor de begoede Europese middenklasse. Acorn slaagde er echter niet in de betaalbare opvolger van de BBC Micro, de Electron klaar te krijgen voor de kerstperiode van 1983. De markt werd dat jaar overspoeld door de computers van de concurrenten van Acorn, de ZX-spectrum en de Commodore 64. Weg opportuniteit.

De ZX-spectrum, bron: it8Bit (pinterest.com)

De technologie van Acorn was in de jaren 80 superieur tegenover die van Apple, Commodore en IBM. Dit was te danken aan de geheugensnelheid van de computers en aan de functie van uitbreidbaarheid met een coprocessor. De computerwetenschappers Furber en Wilson deden er nog een schepje bovenop. Ze sprongen op de RISC-trein die in de jaren 70 op gang was gezet door IBM en de universiteiten van Stanford en Berkeley. RISC staat voor Reduced Instruction Set Computer, een computerarchitectuur ontworpen om de instructies te versimpelen die aan de computer gegeven worden om een taak te volbrengen. Dit was een derde opportuniteit voor Acorn.

Een handboek voor de Acorn RISC machine, bron: Acorn RISC Machine Family Data Manual – Manual – Computing History

De toenmalige trend in het ontwerp van microprocessors was om steeds krachtigere instructies te maken. Computers werden daardoor niet sneller, maar juist trager. Dit komt doordat complexe instructies heel wat chip-oppervlakte en meerdere klokcycli vragen om ze uit te voeren. Furber en Wilson ontwierpen daarom de Acorn RISC Machine architectuur, die zorgde voor één instructie per klokcyclus. Deze was kleiner en eenvoudiger en daarom ook energiezuiniger en sneller. Deze architectuur werd in de tweede helft van de jaren 80 toegepast in de Acorn Archimedes. Om dit mogelijk te maken ging Acorn een alliantie aan met andere bedrijven, waaronder Apple.

De tak van het bedrijf die computers verkocht stierf in de jaren 90 een stille dood. De afdeling van processorarchitectuur vormde om tot ARM (Advanced RISC Machines). Dankzij ARM heeft uw GSM meer rekenkracht dan de eerste raket naar de maan. Dit soort processors zitten namelijk ook in uw TV en auto. Geen wonder dat universiteiten de meerwaarde van deze doorbraaktechnologie al vroeg op hun radar hadden. Deze technologie werd actief ingezet voor wetenschappelijke berekeningen en de bouw van embedded systemen.

Wat dat laatste betekent? Wel, geen zorgen als je dat niet weet, want… zo hoort het: ze zijn embedded, verborgen.

Tekst: Walter Daems en Paul Levrie