1924-2004

Ondergetekende publiceerde een uitgebreide biografische nota over M. De Groodt in het Nationaal Biografisch Woordenboek (NBW), vol. 22, col.430-438, 2016. In dit portret wordt een overzicht gegeven van de activiteiten van De Groodt.
Het gezin De Groodt-Adant
Marie (Mieke) Hortense Alphonse De Groodt werd geboren als -derde kind van Arthur (1883-1952) en Juliette Adant (1892-1964) op 21 september 1914 te Westgate-on-Sea (Groot-Brittannië). Haar vader was specialist urologie in Antwerpen. In 1914 week hij met vrouw en twee kinderen uit naar Groot-Brittannië. Hier werden nog drie kinderen geboren, waaronder Marie. Na de oorlog kwam het gezin De Groodt terug naar Antwerpen, waar zij van 1922 tot 1934 woonden in het Kasteel Cantecroy in Mortsel. Ondertussen was vader De Groodt in 1925 docent geworden aan de Rijksuniversiteit te Gent. Hij doceerde de weefselleer, de histologie en de embryologie.
Opleiding en oorlogsjaren
Marie De Groodt volgde haar lager onderwijs in de Nederlandstalige Sint-Ludgardisschool en daarna het middelbaar aan het Lyceum, beide te Antwerpen. In 1932 behaalde zij voor de Centrale Examencommissie het diploma van de Grieks-Latijnse humaniora. Daarna startte zij in Gent met de studie geneeskunde. Zij werd echter smoorverliefd op een Duitse medestudent Friederich (Fritz) Scheuermann (1913-1985), waarmee ze zich in 1936 verloofde en in 1938 huwde. Na de geboorte van haar twee kinderen, Dietrich (°1939) en Manja (°1942), volgde De Groodt haar echtgenoot naar Duitsland, waar deze opgeroepen was in het leger. Samen met haar kinderen overleefden zij in de nacht van 13 op 14 februari 1945 de verschrikkelijke bombardementen in Dresden.
Een vrouw met een bijzonder doorzettingsvermogen
Terug in België vervolgde De Groodt haar studie geneeskunde in Gent en behaalde op 6 juli 1946 het diploma van kandidaat in de natuur- en geneeskundige wetenschappen. Zij werd gedurende 1948-1950 aangesteld als leerling-assistent in het Instituut voor Histologie met haar vader als directeur. Op 6 juli 1950 behaalde zij het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde. Van 1950 tot 1953 was zij assistent in het Instituut voor Histologie. Na het overlijden van haar vader bleef ze werken in hetzelfde Instituut onder leiding van professor Marcel Sebruyns (1912-1985). Van 1959 tot 1962 gaf zij in suppleantie van Sebruyns de cursussen Cytologie en Algemene Histologie aan de kandidaturen Veeartsenijkunde. In 1963 behaalde zij het diploma van geaggregeerde voor het hoger onderwijs. Van 1 oktober 1963 tot 30 september 1965 werd zij benoemd als geassocieerd docent
De Groodt had zich in 1950 laten scheiden van F. Scheuermann. Zij huwde daarna in 1959 Georges J. Lasseel (1889-1962), diamantair.
Nadat met de wet van 9 april 1965 het Rijksuniversitair Centrum te Antwerpen was opgericht, met Lucien Massart (1908-1978) als eerste rector, werden professoren benoemd die werkzaam waren aan de Universiteit Gent. De Groodt-Lasseel werd gekozen als titularis voor de leerstoel Histologie en Microscopische Anatomie. Zij werd de eerste secretaris van de Faculteit Wetenschappen. Op 21 mei 1969 werden er verkiezingen gehouden voor de vernieuwing van de Raad van Beheer. Tijdens het tweede mandaat van rector Massart (1969-1973) werd De Groodt-Lasseel verkozen als ondervoorzitter. De titel van ondervoorzitter werd vanaf 24 maart 1971 vice-rector genoemd. De sfeer in het RUCA was in die periode allesbehalve goed: tussen de professoren, het academisch en administratief personeel waren er ernstige botsingen die ideologisch gekleurd waren: vrijzinnig tegen katholiek. Zelfs de politiek deed mee. Bij de verkiezingen in mei 1977 hoopte Massart een vierde mandaat te krijgen tot in 1981, zodat hij rector kon blijven tot aan zijn emeritaat. De stemmingen die behaald moesten worden met twee-derde van de stemmen gaven, zelfs na 12 stembeurten gespreid over drie zittingen, geen uitsluitsel. Einde 1977 werd een wet goedgekeurd die het mogelijk moest maken om met een gewone meerderheid te beslissen. Bij de stemming die volgde werd Massart weggestemd. Bij KB van 25 januari 1978 werd De Groodt-Lasseel de nieuwe rector. Toen het besluit in het Belgisch Staatsblad van 4 februari 1978 verscheen gaf zij Massart één dag de tijd om zijn bureau te ontruimen.
Eerste vrouwelijke rector
Zo werd Marie De Groodt-Lasseel de eerste vrouwelijke rector van een Europese Universiteit. Met een grote doortastendheid heeft zij tijdens haar rectoraat verschillende belangrijke zaken kunnen realiseren. Zij was in staat om verschillende laboratoria te helpen met de aankoop van wetenschappelijke apparatuur. Zij bracht het RUCA ook meer in de belangstelling van het katholieke onderwijsnet, zodat leerlingen uit beide richtingen zich kwamen inschrijven, de stijging van het studentenaantal met ca. 50 % was spectaculair. Zij pleitte voor nieuwe examenreglementen, waardoor een systeem van ’verworven’ vakken werd ingesteld. Zij organiseerde in 1978 de Onderzoeksraad, maar de bevoegdheden bleven beperkt tot het strikt noodzakelijke. Na de oprichting van het Gemeenschappelijk Bureau Universiteit Antwerpen (GBUA) werd zij stemgerechtigd lid. Op interuniversitair vlak stond zij samen met de rectoren P. De Somer (KUL) en A. Gerlo (VUB) aan de wieg van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). Zij bepleitte hier een hervorming van de examenreglementen en drong aan op een studentvriendelijk systeem waardoor de student zijn eigen studieritme kon bepalen.
Internationale erkenning voor elektronenmicroscopisch onderzoek
Tijdens haar Gentse periode publiceerde De Groodt een 80-tal publicaties en tijdens haar periode aan het RUCA publiceerde zij met haar medewerkers een 100-tal publicaties. Zij was een opmerkelijk actieve onderzoeker. Na haar emeritaat in 1984 bleef ze tot op 80-jarige leeftijd zeer actief en publiceerde zij nog een 50-tal publicaties. In Gent had zij in de periode 1950-1959 geleerd hoe zij met ultradunne sneden van allerlei weefsels en organen onderzoek kon doen met de elektronenmicroscoop. Haar baanbrekend ultrastructureel onderzoek naar onder meer de opbouw van de wand van de longblaasjes, de bloed-luchtbarrière, en de kernmembraan van tumorcellen leidde toen tot vier toppublicaties in het toonaangevende vaktijdschrift Nature. Aan het RUCA zette zij dit onderzoek verder met nieuwe microscopische beeldvormingstechnieken zoals transmissie- en scanningelektronenmicroscopie, X-ray-microanalyse en freeze-etching-technieken. Zij kan voor Europa beschouwd worden als de grondlegger van de elektronenmicroscopie van biologische weefsels. De focus van haar onderzoek in Antwerpen richtte zich voornamelijk op de vergelijkende ultrastructuur van het ademhalingsstelsel van zowel hogere als lagere vertebraten en de aanwezigheid van neuro-epitheliale cellen in de luchtwegen. In 1979 werd zij houder van de Purkinjeprijs van de Universiteit van Praag en in juni 1981 ontving ze de zilveren eremedaille Justus von Liebig van de Universität Giessen en de Copernicus-medaille van de Universiteit van Krakow.
Zij nam actief deel aan talrijke studiedagen en congressen, vooral van de Nederlandse wetenschappelijke verenigingen (anatomie, endocrinologie, celbiologie en elektronenmicroscopie), maar ook van Belgische en Duitse verenigingen.
Bestuursperikelen
Volgens Monica Van Wauwe, secretaresse van De Groodt, was deze laatste geen gemakkelijke vrouw, met wie niet te spotten viel. Al in Gent had zij in de jaren zestig in het laboratorium van M. Sebruyns hoogoplopende ruzies met Marc Van Montagu, de wereldbefaamde moleculair bioloog. Deze twee personen haalden in 1979 het nieuws toen bekend werd dat rector De Groodt haar zoon Dietrich Scheuermann wilde laten benoemen als haar co-titularis. Er heerste echter op dat ogenblik een volledige benoemingstop aan de rijksuniversiteiten. Dankzij een deal met CVP-eerste minister Leo Tindemans en BSP-onderwijsminister Jef Rademaekers werd Van Montagu eindelijk in 1979 benoemd tot geassocieerd docent en in Antwerpen werd bij KB van 12 maart 1983 Dietrich Scheuermann benoemd.
Tijdens haar rectoraat had De Groodt gedurende een zekere tijd een slechte verhouding met H. De Backer, secretaris van de Raad van Beheer. Ernstiger was de conflictsituatie tussen de rector en de administrateur mevrouw G. Van Steenkiste-Labeau, die ervoor zorgde dat al het personeel gepolariseerd geraakte. Deze situatie had zelfs gevolgen tijdens de rectorverkiezingen in mei 1981. Na veel problemen werd uiteindelijk econoom Gustaaf Van Rompu de derde rector van het RUCA.
De Vlaams Wetenschappelijke Stichting
Ten slotte moet nog de nadruk gelegd worden op de bezorgdheid die De Groodt had om de Vlaamse universitaire achterstand. Deze bezorgdheid had ze van huis uit. Mede onder impuls van haar flamboyante en artistiek hoogbegaafde moeder Juliette Adant had haar vader, gewoon hoogleraar en houder van de Leerstoel Histopathologie aan de Universiteit Gent, Arthur De Groodt, samen met onder meer Frans Daels, een van de voorvechters van de vervlaamsing van het universitair onderwijs, op 3 maart 1928 te Antwerpen de Vlaamse Wetenschappelijke Stichting (VWS) opgericht. Het doel van deze stichting was het bevorderen en het steunen van studerende Vlamingen (zie NBW. vol. 23, col.1-18,2018). Tijdens de viering van het vijftigjarig bestaan van de VWS organiseerde De Groodt, als rector, op 21 april 1978, in het Torengebouw van de KBC een academische zitting. Zij nam eerst het woord, vervolgens was professor L. Wils de feestredenaar, daarna kwamen minister van Nederlandse Cultuur mevrouw R. De Backer Van Ocken en minister van Wetenschapsbeleid de heer H. Vandekerckhove. Deze indrukwekkende zitting ging gepaard met de uitgave van een gedenkboek, opgesteld door mevrouw H. Houtman-De Smedt.
Zij overleed op 13 september 2004 te Edegem
em. prof. dr. Hendrik Deelstra, FFBD UAntwerpen
26 juni 2024